Diersoort in beeld : de steenuil
Als je éénmaal in die gele ogen hebt gekeken…
De steenuil is de kleinste uilensoort van Nederland. Formaat merel, alleen dubbel zo zwaar. Prachtig gecamoufleerd, door een bruin met wit gestippeld verenkleed. Een steenuil is een behoorlijke krachtpatser, maar geen geweldige vlieger. Vliegen doen ze overigens in een golvende vlucht, net als een specht. Hoewel ze in de ochtend- en avondschemering het meest actief zijn, kun je ze met een beetje geluk ook overdag zien. In de periode februari-april kun je ze ‘s avonds vaak horen. De man laat dan zijn territoriumroep horen: ‘hoooek’. Beide partners roepen ‘wiew’ en maken ook nog allerlei andere geluiden.
Steenuilen zijn echte cultuurvolgers. Een gevarieerd ingericht landelijk gebied met vruchtbomen en struiken afgewisseld met (begraasd) grasland en rommelhoekjes heeft hun grote voorkeur. Zo’n landschap levert jaarrond beschutting, veiligheid en voedsel. Het menu van een steenuil is erg gevarieerd: van regenwormen, insecten(larven) tot muizen en zelfs (jonge) vogels. Steenuilen jagen graag vanaf een verhoging zoals een boomtak of een weilandpaaltje op prooien op de grond. Maar die prooien kunnen ook ‘lopend’ worden bemachtigd. De gewashoogte is bij voorkeur gevarieerd: van kort (om te jagen) tot lang (leefgebied voor prooidieren). Het leven van een volwassen steenuil paar speelt zich af binnen een straal van ca. 300 meter om de broedlocatie. Dat gebied moet dus jaarrond voldoende voedsel opleveren om te overleven.
In het rivierengebied, zoals rond Culemborg en Vianen, komen steenuilen van oudsher in hoge aantallen voor. Hoogstamboomgaarden waren in het verleden in flinke oppervlaktes op de oeverwallen te vinden. Oude knotwilgen met hun vele holtes stonden in de nattere gebiedsdelen, zoals de uiterwaarden. Samen met menselijke bouwsels als schuren, kippenhokken en vee kotjes vormden de gaten in deze bomen ideale schuil- en nestplekken voor steenuilen. Die doken door hun kleine formaat ook wel langs een scheef liggende dakpan of onder een golfplaat om op het dakbeschot van een schuur of huis een schuil- of broedplek te vinden. Mede door de teloorgang van de hoogstamboomgaarden, de ruilverkaveling, de alsmaar uitbreidende bebouwing en het verbeterde huizenonderhoud gingen de laatste vijf decennia veel steenuilenbroedplekken in onze regio verloren. Sinds de jaren ’70 van de vorige eeuw hangen vrijwilligers en erfbewoners vaak vervangende woonruimte in de vorm van nestkasten op. Maar nestgelegenheid alleen is onvoldoende.
Aan het begin van het broedseizoen houdt een paartje steenuilen er een strikte taakverdeling op na. Pa draagt zorg voor de aanvoer van eten en ‘de beveiliging’. Ma legt de gemiddeld vier eieren en bebroedt ze. Tegen het uitkomen van de eieren legt pa een voedselvoorraadje in de kast aan, bij voorkeur (veld)muizen. Laat het daar in de West-Betuwe de laatste decennia nu net vaak aan ontbreken. Bij afwezigheid of onbereikbaarheid van muizen krijgen jonge steenuilen allerlei prooien van mindere kwaliteit voorgeschoteld, bijvoorbeeld regenwormen. Zeker wanneer de jongen ouder zijn, moeten de steenuilenouders dan ook nog eens harder werken om voldoende eten voor hun jongen aan te voeren. Het aantal uitgevlogen nestjongen per gestart broedsel is de laatste twee decennia in de West-Betuwe lager dan bijvoorbeeld in de Zuidoost-Achterhoek. Bovendien zijn de jongen in de West-Betuwe lichter, waardoor hun overlevingskans kleiner is. Doorgaans vestigen jonge steenuilen zich binnen tien kilometer van het ouderlijk honk. Jonge vrouwtjes zijn daarbij avontuurlijker ingesteld dan jonge mannetjes.
Ook voor een steenuil geldt het motto ‘eten of gegeten worden’. Als dicht bij de mens levende soort vormen katten en honden maar ook drinkbakken voor vee en het verkeer reële gevaren. Een bosuil of steenmarter is ook niet vies van een steenuiltje op het menu. Het leven van een steenuil is dus nooit saai, zogezegd. Al vindt een steenuil het heerlijk om op zijn tijd lekker in het ochtendzonnetje een beetje te soezen. Met wat ervaring weet je zo’n plek te vinden. Als je dan éénmaal (door een verrekijker) in die gele ogen hebt gekeken … heb je als natuurliefhebber meteen je hart verpand.
Meer informatie:
www.steenuil.nl: de website van STONE SteenuilenOverlegNederland, de vrijwilligersorganisatie die zich sterk maakt voor onderzoek en bescherming van de steenuil in Nederland.
www.beleefdelente.nl: de camera-website van Vogelbescherming. Hier vind je – ook buiten het broedseizoen – tal van informatieve filmpjes en blogs over steenuilen.
- Tekst: Theo Boudewijn en Jouke Altenburg, leden Natuur- en Vogelwacht Culemborg
- Fotografie: Jouke Altenburg