Egels van A tot Z
Minder stekelige dieren dan je zou denken
Kenmerken
De egel heeft een gedrongen lichaam, een spitse kop en een kleine staart, die hij verborgen houdt tussen de stekels. De kop begint breed, maar loopt spits toe naar de donkere snuit. Aan het uiteinde van de snuit bevinden zich tien paar neusharen. De oren zijn klein en nauwelijks zichtbaar. De ogen zijn klein en zwart en staan zijwaarts in het gezicht.
Een gezonde, volgroeide egel weegt tussen de 800 en 1200 gram, is 20 tot 30 cm lang en heeft een staartje van 2 tot 3,5 cm. Er is geen verschil in grootte tussen een mannetje en vrouwtje.
De snuit is net als het ondergedeelte behaard en de maximaal 9000 en gemiddeld ongeveer 6000 stekels van 1 à 2 cm lang, waarmee rug en kop zijn bedekt, bieden meestal bescherming genoeg. De egel kan zich namelijk zo tot een bal oprollen, dat er van kop en poten niets meer is te zien.
Alhoewel bij het lopen de buik zich dicht bij de grond bevindt, zijn de poten vrij lang, ongeveer tien centimeter van de heup naar de tenen. Tijdens het lopen houdt het dier ze zeer gebogen. Aan iedere poot bevinden zich vijf tenen, voorzien van een klauw.
Met zijn bolle zwarte kraaloogjes ziet een egel slecht. Des te beter kan hij ruiken. In gezonde toestand heeft hij een hele natte neus. Ook hebben egels een heel goed gehoor.
Egels in de natuur bereiken nog maar zelden de leeftijd van vier jaar.
Voortplanting
Na 9 tot 11 maanden is onze West Europese egel in staat om zich voort te planten. Mannetjes kunnen ’s nachts soms wel 2 tot 3 kilometer lopen op zoek naar een vrouwtje. De paartijd loopt, afhankelijk van het weer, van mei tot september.
Uiteindelijk komt het tot een paring. Het wijfje drukt zich tegen de grond en legt al haar stekels plat. Ze doet haar achterpootjes iets omhoog, waarna het mannetje haar beklimmen kan. Zo wordt de paring in enkele seconden voltrokken.
Samen betrekken ze de woning van het wijfje. Ongeveer 35 dagen vóór de geboorte van de jongen jaagt de egelin hem er weer uit. Zij doet dit om hem uit te schakelen als voedselconcurrent.
De jongen worden tussen mei en september geboren na een draagtijd van 35 dagen. Soms krijgt een wijfje 2 maal een nest. In mei of juni en in augustus of september. Meestal zijn het 5 tot 7 jongen.
Ze worden gezoogd door de moeder, die 10 tepels heeft. De jongen worden blind en doof geboren. Hun (witte) stekeltjes liggen in de door vocht gezwollen huid. Deze slinkt langzaam, zodat de ongeveer 100 stekels al na een dag te zien zijn. Na drie dagen groeien de grijs-bruine jeugdstekels uit.
Na ongeveer drie weken gaan de ogen en oren open. De egeltjes zijn nu behaard en hebben al ongeveer 2000 stekels. In de 6e week vallen de eerste witte stekels weer uit.
Tegen het einde van de derde week verlaten ze af en toe het nest, later volgen ze de moeder en gaan ze ook voedsel zoeken. Rond deze tijd krijgen ze ook een melkgebit. Egels wisselen hun melkgebit na 2 tot 3 maanden voor een blijvend gebit.
Na 6 weken moeten ze minimaal 300 gram wegen.
Leeftijdsbepaling bij zuigelingen
Leeftijd | Huidskleur | Stekels | Vacht | Ogen/oren | Tanden | Gewicht (gr) |
---|---|---|---|---|---|---|
Geboorte | Roze | Wit | Zonder | Gesloten | Geen | 12 - 25 |
1e Week | Roze | Paar donkere | Zonder | Gesloten | Geen | 30 - 50 |
2e Week | Grijs | Donkere | Wat pluis | Openen zich | Geen | 60 - 80 |
3e Week | Grijs | Donkere | Aanwezig | Open | Komen door | 100- 130 |
4e Week | Grijs | Donkere | Dicht | Open | Compleet | 140 - 180 |
Bovenstaande tabel komt uit het boek “Egels in de tuin” van Monica Neumeier (ISBN 90 5210 29601)
Als de jongen na bijna 2 à 3 maanden zelfstandig zijn, verdrijft de moeder ze.
De jongen blijven vaak bij elkaar, ook tijdens de winterslaap. Dit vergroot hun overlevingskansen.
Nachtdier
Een aantal keer per nacht is de egel actief, hij slaapt ongeveer 18 uur.
De egel is niet de hele nacht actief. Zijn eerste actieve periode bij het vallen van de avond duurt zo’n 3 uur. Rond middernacht en tegen de ochtend gaat hij telkens nog eens voor enkele uren op pad. Per nacht kan hij zo gemakkelijke enkele kilometers afleggen. Egels worden vaak ’s avonds rondscharrelend in de tuin gezien, waar hij een welkome gast is omdat hij de voor ons schadelijke dieren eet: slakken, rupsen, larven, kevers, jonge muizen en aas. Ook eet hij wel mieren, wormen, pissebedden, spinnen, kikkers, padden en soms zelfs bijen en wespen. Egels maken een hoop herrie onder het eten. Ze smakken en snuiven er op los.
De egel is wakker in de lente, zomer en herfst. In de herfst slaat hij een vetvoorraad op, waardoor hij tijdens zijn winterslaap kan overleven.Als het kouder wordt en er niet voldoende voedsel meer is, zoekt de egel een beschut plekje voor die winterslaap. Onder een heg, een houtstapel, compost- of bladhoop maakt hij een nest van blad, takjes en ander materiaal. Wanneer hij vet genoeg is -jonge egels vaak pas in december, oudere egels al eerder – zoekt hij dit nest op.
Egelnest
De natuurlijke leefomgeving van een egel is een bosrijk gebied. Ze kunnen zich daar goed verstoppen en nestmateriaal vinden. Tegenwoordig leven ze overal waar voedsel is en geschikte schuilplaatsen zijn. Het leefgebied van een mannetje is ongeveer 20-40 ha en dat van een vrouwtje 10-20 ha. Egels bekleden hun nest met bladeren, planten, mossen en grassen. Ze slepen dit in hun bek naar hun schuilplaats. Dit kan een zelfgemaakt hol zijn, maar ook een holle boomstam, een konijnenhol of onder oude stallen of heggen. Als de schuilplaats hem bevalt, kan hij het jaren aanhouden om er overdag te slapen. Het zelfgemaakte egelnest wordt in elkaar gedraaid. Hij sleept het nestmateriaal naar de uitgekozen plek, maakt een hoop, graaft zich in en begint te draaien. Zo ontstaan er dicht op elkaar gepakte bladeren die de wanden van het nest vormen. Deze wanden kunnen wel 20 cm dik zijn.
Egels in winterslaap
De egel is van nature een insekteneter. ’s Winters kan hij niet of nauwelijks voedsel vinden en zal de egel in winterslaap gaan. Dat klinkt simpeler dan het is. Om de lange koude periode te kunnen overleven, moet de egel eerst flink eten. Al het extra voedsel dat hij in de herfst eet, wordt opgeslagen als vetreserve. Vervolgens zoekt de egel een geschikte overwinteringsplek. Dat kan een composthoop zijn maar ook een bladhoop of een bos takken. Daar maakt hij zijn nest, rolt zich stijf op en gaat in winterslaap.
Zo’n winterslaap is veel dieper dan een gewone slaap: Zijn lichaamstemperatuur daalt naarmate de omgeving kouder is, en kan van 38º dalen naar 4º. Zijn hartslag daalt van 100 tot 150 keer per minuut naar 20 keer per minuut. Zijn ademhaling gaat nog maar heel langzaam. Door alle energieverbruikers op een laag pitje te zetten, kan de egel het zonder eten of drinken wel een half jaar uithouden. De egel zal overigens zelden een half jaar achter elkaar slapen. Soms wordt hij tussendoor even wakker en eet wat. Daarna gaat hij opnieuw slapen.
In het begin van de winterslaap valt een egel tot 4 gram per dag af, later nog maar 1 – 2 gram.
Ziet U een egel midden in de winter overdag rondlopen, dan is er iets mis. Wilt U dan de dierenambulance bellen?
In het voorjaar, als er voldoende voedsel is, komt de egel weer tevoorschijn en begint te eten. Hij moet dan weer op gewicht komen, want hij kan ongeveer 30% van zijn lichaamsgewicht kwijtgeraakt zijn.
Het egeljaar (samenvatting)
Januari | Winterslaap |
---|---|
Februari | Nog steeds winterslaap maar de reserves zijn verbruikt |
Maart | Sommige egels ontwaken, speciaal in zachte winters |
April | Ze worden weer aktief, nieuwe reserves worden opgebouwd |
Mei | Mannetjes en vrouwtjes zoeken elkaar: Paringstijd |
Juni | Geboorte van de jongen; Voorlopig nog in het nest |
Juli | Moeder en jongen verlaten het nest |
Augustus | Jongen gaan bij de moeder weg en worden zelfstandig |
September | (Te) laatgeboren egels worden vaak herfstwezen |
Oktober | Winternesten gemaakt en vetreserves opgebouwd |
November | De meeste egels zijn aan hun winterslaap begonnen |
December | Winterslaap, soms even wakker om wat bij te eten |
Beschermde dieren
Egels zijn nuttige dieren. Zij eten veel voor ons schadelijke insekten en slakken. Ook zijn zij grote opruimers van aas, weggegooid voedsel en fruit. Ze zijn dol op regenwormen. Het is in ons eigen belang egels te helpen in hun voortbestaan.
Egels ziet men niet dagelijks. Ook dit dier moet wijken voor stadsuitbreiding en wegenaanleg. Daarnaast zijn land- en tuinbouwgif, water en bodemverontreiniging oorzaak van ziekte en sterfte onder de egels. De toename van de verkeersdruk eist steeds meer slachtoffers. Het aantal egels gaat achteruit. Daarom staat de egel op de lijst van beschermde dieren in de Natuurbeschermingswet. Het is dus verboden een egel te verstoten, te doden of mee naar huis te nemen.
Gevaren voor egels
Egels hebben weinig natuurlijke vijanden. Maar roofvogels en grote uilen hebben maling aan hun stekels. Met hun grote klauwen en hun harde snavel trekken ze hem in stukken. Dassen, bunzingen, wilde zwijnen en vossen maken zieke of gewonde egels buit.
Inwendige en uitwendige parasieten kunnen hem ook het leven kosten. De meeste parasieten krijgt een egel binnen bij het eten van slakken en insecten.
Het grootste gevaar schuilt echter in de mens. Denk aan gif (het eten van slakken, mollen of muizen die gedood zijn door slakkenkorrels of ander gif, is dodelijk voor egels), steile randen van tuinvijvers of zwembaden, autowegen, rondslingerende potten, blikjes, ijzerdraad waarin ze vast komen te zitten, tuinnetten, enz.
Wat kunnen wij zelf doen?
- Maak een egeltrapje omwonden door geplastificeerd gaas in een tuinvijver of zwembad, schuin tegen de kant. Egels kunnen zwemmen, maar tegen steile kanten kunnen zij niet op klimmen. Bovendien is hun uithoudingsvermogen bij het zwemmen vrij beperkt.
- Laat geen vuil rondslingeren zoals (jam)potten, blikjes, plastic buizen of ijzerdraad. Dit afval vormt een gevaar voor egels die overal hun neus in steken en vast komen te zitten.
- Gebruik GEEN slakkengif. Zet ratten- of muizengif zo hoog dat de egel er niet bij kan. Besef dat ook uw kat en/of hond gevaar loopt!
- Laat een nest jonge egels met rust. De moeder komt pas terug als u weg bent. Handel alleen als u zeker weet dat het nest voorgoed verlaten is.
- Verplaats de egel niet omdat u denkt dat hij niet veilig is. Vrouwtjes kunnen jongen hebben! Haal hem wel van de weg af.
- Zorg voor compost- of bladhopen in de tuin om de egel een geschikte overwinteringsplaats te geven.
- Ruim een composthoop nooit op alvorens te controleren of er een egel in slaapt; vanaf juli tot oktober kan er zelfs een moederegel met jongen in zitten.
- Verbrand nooit stapels takken die langere tijd liggen, zonder eerst te controleren of er egels onder zitten.
- Geef nooit melk te drinken, alleen water, want de lactose in de melk geeft ernstige darmklachten. Hij krijgt ernstige diarree en zal door uitdroging sterven. Geef kattenvoer, eventueel gemengd met muesli.
- Zorg dat uw tuin geen dichte afscheiding heeft die eindigt bij een autoweg. Maak een paar openingen, zodat de egel niet persé hoeft over te steken om uit uw tuin te komen.
- Sluit open keldergaten af met gaas of iets dergelijks.
- Hang fijnmazige netjes voor bessen e.d. niet tot op de grond. Egels raken er in verstrikt.
Bijvoeren
Er is geen enkel bezwaar tegen om egels te voeren, als het maar bijvoeren is.
Als er in oktober al nachtvorst is, zullen veel eerstejaarsegels moeite hebben om voldoende vetreserves op te bouwen voor de winterslaap. Vooral voor hen is het erg aan te bevelen om ze bij te voeren.
Geef kattenvlees uit blik, kattenbrokken, meelwormen, gekookt ei en fruit. Geef water te drinken, nooit melk. Zet het eten onder een omgekeerd kistje met een klein gat er in, zodat de katten er niet bij kunnen.